Menno ter Braak
aan
A.A.M. Stols (Brussel)

Rotterdam, 6 februari 1931

6 Febr. 1931

Amice,

Hierbij eindelijk het concept contract terug. Ik was ziek en liet het daarom even liggen, maar zond reeds voorloopig bericht aan d.P., dat ik er geenerlei bezwaar tegen had. Ook nu nog eens: ik vind het een keurig contract en zal graag een definitief exemplaar van je ontvangen.

Proeven van ‘Afscheid van Domineesland’ heb ik aan Eddy gezonden. Ik ben nogal nalatig en hij ziet dan alles nog eens door. Ik heb alles gecorrigeerd, ben nu bezig aan de corr. van ‘Man tegen Man’. Daarvan komt nog een kleinigheid copie.

Wanneer denk je deel 1 te kunnen laten verschijnen. Zeer benieuwd.

Over mijn roman, die nu werkelijk op een paar pagina's af is, heb ik nog geen decisie genomen. Ik voel me echter, zooals ik je reeds zei, voor ditmaal eenigszins gebonden aan v.L. Slaterus, hetgeen voor de toekomst geen consequenties behoeft te hebben. Dat ‘eenigszins’ zal ik nu zoo formuleeren, dat ik v.L. ditmaal een voorstel doe, dat ik ongeveer in mijn hoofd heb; neemt hij dit zonder meer aan, dan geef ik hem ditmaal het boek zonder verder informeeren aan andere adressen. Neemt hij het niet aan, gaat hij b.v. over het percentage knibbelen, dan neem ik mijn vrijheid van handelen terug. Dit lijkt me de meest faire methode, de eenige kans, die ik hem boven anderen ditmaal kan geven. Verdere persoonlijke voorkeur voor v.L. heb ik niet.

Met beste groeten,

tt.,

Menno ter Braak

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie