Menno ter Braak
aan
H.A. Gomperts
Den Haag, 10 mei 1938
Dinsdag
B.G.
Hartelijke dank voor je brief. Dat je ‘Mephistophelisch’ apprecieert doet me pleizier; ik geloof ook wel, dat het, vooral als gebaar, een aardig boekje is. Het zal overigens wel in de schaduw blijven, want de uitgever Stols is een zakenman van nix en vergeet stellig het werkje in den handel te brengen.
‘Overwaard om gedrukt etc. te worden is je vertaling natuurlijk alleen als je ‘over’ beschouwt als een por in de ribben van paap Chr. de [Graaff]. ‘Waard’ is ze het zeker, en ik zou er graag eens een opvoering van willen zien, waarvan de critiek nu niet bij voorbaat kon weten, dat het werk van ‘stedente’ was. Ik geloof, dat dàt vooroordeel (‘die stedente toch!’) ook veel op zijn geweten heeft, in deze quaestie!
Tot mijn spijt ging de P.C. met het stuk van Dekking ongelezen de prullemand in; d.w.z. ik zag alleen de rel van die heeren manifest verzenders en verzuimde toen de rest te consulteeren. Kun je me door Clausen nog een ex. laten sturen? Bij voorbaat dank.
hart.gr. je
Menno ter Braak
Het boekje van Baty is beter dan dat van Van Kranendonk, maar ik heb het toch niet op regisseurs, behalve V.d. Vies, die zoo weinig heeft van zulk een wezen. Een Franschman schijnt van nature beter dan een Hollander, dat blijkt ook nu weer.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum