H.A. Gomperts
aan
Menno ter Braak

Amsterdam 25 januari 1940

Amsterdam, 25 Januari '40

 

Beste Menno,

(ik neem je voorstel betr. de voornamen graag aan, ik heb zelfs iets tegen achternamen) Ik schrijf nog even, om je te melden, dat, nu het P.C.-diner in Amsterdam zal plaats hebben, ik er wel aan zal meedoen. Ik hoop, dat je ook nog gevolg zult geven aan je oorspronkelijk plan, om aan te zitten. Er wordt die dag ook van andere zijde getracht, beslag op je te leggen, vandaar deze aansporing. Ook Dekking zal het plezierig vinden (anderen natuurlijk ook, maar dat weet ik niet zo), als je erbij bent. Het is après tout toch een curieus geval, dat men niet verzuimen mag! Als het vervelend is (maar wij maken het gezellig), kunnen wij altijd nog deserteren.

De stuivelingse reactie verwondert me niet. Alle stuivelingen zullen zo reageren. Wat niet wegneemt, dat hij met een enkele streep wel gelijk kan hebben. Ik wil ze wel eens bekijken (‘Boerenbedrog’ verander ik niet, de scholastiek is boerenbedrog). -Ik stel in elk geval je verdediging van deze smaak zeer op prijs! En ben nieuwsgierig naar het oordeel van De Gruyter. Ik denk, dat hij het ook ‘moeilijk’ zal vinden: jij bent wsch. bevooroordeeld en bovendien beter in staat de betr. gedachtengang te begrijpen. Maar hoe het ook zij, ik hoop, dat het je geen verdere onaangenaamheden bezorgt (ik heb niets tegen conflicten, maar bezorg ze niet per se aan ‘onschuldigen’).

Dus, ik neem aan: tot Zaterdag.

Hart.gr. voor Ant en jou

t.t.

Hans Gomperts

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie