Menno ter Braak
aan
J. Greshoff
Den Haag, 30 mei 1938
Den Haag, 30 Mei
Beste Jan
Ik hoop, dat je weer veilig en wel in Brussel beland bent, na je excursie naar Zwitserland? Uit een berichtje aan Hein concludeerde ik, dat je veel regen had gehad. Dat is pech voor deze streken!
Hier weinig nieuws. Mijn vader, die een weinig gedeprimeerd is door het voortdurende gesukkel met mijn tante in Eibergen, logeert voor eenigen tijd bij ons, vermoedelijk t.e.m. Pinksteren. Van Adriaan v.d. Veen kreeg ik een erg aardig briefje; ik schreef hem al, dat hij bij ons welkom is. Hij schreef bijzonder aardig over ‘Mephistophelisch’, een werkje, dat overigens... nergens te krijgen is! Zelfs op bestellingen schijnt Stols niet te antwoorden, laat staan, dat het in eenige boekwinkel te zien zou zijn! Ik hoorde dit van Rudie van Lier, die poogde het aan Sjeu v. Schendel cadeau te doen, maar geen asem kreeg. Nijhoff wist zelfs niet van het bestaan van het boekje. Wat is dat nu toch een stomme en ergerlijke manier van doen van Sander. Ik ben er heilig van overtuigd, dat hij van dezen reeks iets zou kunnen verkoopen, en nu blameert hij anderen en zichzelf door deze treurige laksheid. Ook ‘Ikaros’ heb ik nog nergens kunnen ontdekken. Ik had er al over willen schrijven, maar vermoed nu nog zoo half en half, dat het officieel nog niet verschenen is. Laat Nijkerk hem eens aanpakken. Waarom zou die zich door deze lamlendigheid (of hoe je het anders noemen wilt) kalmweg laten dupeeren! Hij geeft geld voor iets, dat aardig is en waar jij moeite voor doet, en de Nederlansche boekhandel weet zelfs van de titel niets.
Ik heb de inleiding voor ‘Het Been’ (Over Boorman en Laarmans) geschreven. Hoop dezer dagen eindelijk het stuk van Kees te lezen, waar ik altijd nog geen rustig oogenblik voor vond. Ik keek er hier en daar in, de toon leek me heel goed. Je hoort daarover binnenkort meer. Schrijf gauw eens!
Veel hartelijks 2 × 2
je Menno
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum