Dirk Coster
aan
Menno ter Braak (Rotterdam)
Delft, 25 september 1929
Hooggeachte Heer,
Inderdaad heb ik deze keer maar van medewerking afgezien, - ik had niets oorspronkelijks, de paar ‘curiositeiten’ die ik toezegde, kunnen pas bij mijn verhuizing terecht komen. -
Natuurlijk zou ik er ten slotte niets tegen hebben, wanneer U iets liet herdrukken uit ‘de Stem’, b.v. Schetsboek September in zijn geheel of een keuze daaruit, zij 't dan onder een nieuwe titel Marginalia II. Maar ik laat U daarin geheel vrij, en 't zal wel te laat zijn. - Temeer daar ik die afl. van ‘de Stem’ niet hier heb.
In Oct. verschijnt in ‘de Stem’ een uitvoerige bespreking van Uw boek. Voelt U er niet voor, Uw maandkroniek van I10 in ‘de Stem’ te hervatten, inzake de film? Er zullen toch wel 12 films per jaar gaan. - Ik vermoed echter dat uw ambtswerk U zeer in beslag neemt.
Met excuses dat ik dit keer ontbreken moest.
Hoogachtend
Uw dwdn Dirk Coster
P.S. Meld U mij 't p.o. dan zou iemand U de Sept. Stem ter leen kunnen sturen.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum