Briefwisseling Menno ter Braak - Pierre H. Dubois

Menno ter Braak
aan
Pierre H. Dubois

Den Haag, 14 januari 1939

Zeer geachte heer Dubois,

De heer Greshoff zond mij uw brief ter lezing; ik meen volkomen te begrijpen in welke beroerde omstandigheden U verkeert en zou gaarne het mijne doen om U te helpen.

Tot mijn spijt heb ik aan Het Vaderland daartoe momenteel weinig; of geen mogelijkheden, maar ik zal beginnen met Vestdijk, die in de N.R.C. meer werk te vergeven heeft, dringend te verzoeken iets voor U te doen. Ik hoop, dat U dan [?] iets van hem hoort.

m.v. gr. en hoogachting

Uw [?]

Menno ter Braak

Ik veroorloof mij hierbij een portchêque van f 5,25 in te sluiten (f 6,- voor ev. onkosten bij afhalen chêque), aangezien het mij ondraaglijk is, dat iemand om zoo'n bedrag verlegen zit, terwijl het voor mijzelf momenteel niets uitmaakt. U zult dit wel willen aanvaarden als iets, dat vergeten wordt en vanzelf spreekt.

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum | briefpapier Dr. Menno ter Braak.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie