A.A.M. Stols
aan
Menno ter Braak

Brussel, 10 november 1930

Brussel, 10-11-1930

Zeergeachte Heer ter Braak,

Dank voor de toezending van de beide Ertsen. De copij is bij den drukker. Maar U zult nog even geduld moeten hebben, want de drukker beloofde mij, dat hij zou aanschaffen de letter van Garamont, hetgeen aan de uiterlijke schoonheid der boeken ten goede zal komen.

Van Du Perron vernam ik dat U aan een roman werkt. Mocht U omtrent de uitgave nog geen onderhandelingen met een uitgever hebben aangeknoopt, dan houd ik mij ten zeerste aanbevolen. Gaarne hieromtrent even bericht.

U hoorde zeker al van mijn a.s. poëzie-tijdschrift Helikon, ik vermoed via Bouws. Reeds heb ik medewerking, en, ten deele copy van Boutens, Roland Holst, Nijhoff, Kelk, van Vriesland, Marsman, Du Perron, Marnix, Roelants, van Nijlen, Herreman, Slauerhoff, ten Berge000, Gabriël Smit. Ook nagelaten gedichten van K. v.d. Woestijne.

Waar U zoo veel meer te zien en te hooren krijgt dan ik zou ik het zéér op prijs stellen, indien U de dichters die U kent, en wier werk U apprecieert, zoudt willen aansporen tot medewerking. Er is geen andere redactie en [woord onleesbaar] dan die van den uitgever. Ik wil mij buiten de klieken en cenakels houden. Het weinige goede dat er is hoort bijeen, en niet verspreid. In principe noodig ik dan ook alle dichters tot medewerking uit. Ik voel niet voor de hekjes die om ieder kerkje en kapelletje het terrein moeten afbakenen. Poëzie is poëzie.

Inmiddels,

Met hartelijke groeten

Uw Stols

P.S. Komt U nooit eens in Brussel? Ik heb nog een vage herinnering aan U uit 1921. Ik zelf kan weinig op reis, en kom niet vóór Kerstmis - en dan nog maar voor enkele dagen - in 't Noorden. Ik weet zeker dat Greshoff en du Perron ook Uw bezoek op prijs zouden stellen. S.

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie